
Espressomachine
Een espressomachine, ook wel pistonmachine genoemd, is onmisbaar in de horeca voor het bereiden van perfecte espresso's, cappuccino's en latte macchiato's. De piston, een houder met filter, wordt in de machine geplaatst. Hier wordt heet water met een druk van circa 9 bar doorheen geperst, wat zorgt voor de karakteristieke rijke smaak van espresso.
Het basisprincipe werd al in 1822 ontwikkeld door Louis Bernard Rabaut en later door Edward Loysel. Zij introduceerden het filteren van koffie met behulp van stoomdruk om grotere hoeveelheden te bereiden. Rond 1900 ontstond een variant waarmee per kop koffie gezet kon worden. De naam 'espresso' komt vermoedelijk van het Italiaanse 'es presso', wat 'onder druk' betekent. De populaire Nederlandse uitleg dat espresso 'expres zo' gemaakt wordt, is een misvatting.
Het eerste patent voor een compacte espressomachine werd in 1901 aangevraagd door Luigi Bezzera. Zijn machine gebruikte water en stoom onder ongeveer 1,5 bar druk om koffie te zetten, wat toen leidde tot enigszins verbrande koffie met een bittere smaak. Om dit te verzachten voegden Italianen vaak suiker toe aan hun espresso.
Rond 1935 loste Francesco Illy dit probleem op door de stoomdruk te scheiden van het water. Zijn apparaat, de Illetta, gebruikte luchtdruk om water door de koffie te persen. Illy is inmiddels een van ’s werelds bekendste koffiebranders.
Tegenwoordig werken de meeste espressomachines met een druk tussen 14 en 16 bar, maar de officiële werkdruk voor een perfecte espresso is 9 bar. Ontdek hier hoe je een ideale espresso zet. Let hierop bij het aanschaffen van een espressomachine!