Verse koffiebonen

De geschiedenis van koffie

De ontdekking van koffie is gehuld in mysterie en legendes. Het bekendste verhaal komt uit Ethiopië, uit de provincie Kaffa. Hier zou een geitenhoeder, Kaldi genaamd, hebben gemerkt dat zijn geiten bijzonder energiek werden na het eten van rode bessen. Kaldi kookte de bessen en ontdekte een drank met een unieke geur en bittere smaak. Hij voelde zich opgewekter en alerter, wat de interesse wekte van Arabische handelaren en Perzische artsen.

De Arabieren waren waarschijnlijk de eersten die koffiebonen actief begonnen te verbouwen. Zij noemden het qahwa of quahweh, wat 'kracht' of 'energie' betekent. De havenstad Mokka (Al Mokha) in Jemen werd een belangrijk exportcentrum richting Syrië en Egypte. Volgens historische bronnen was het de soefi-meester Ali ben Omar al Shadili die een klooster stichtte in Mokka en de drank verder verspreidde binnen de Arabische wereld.

Wie koffie naar Europa bracht is onbekend, maar het eerste Europese koffiehuis opende vermoedelijk in het 17e-eeuwse Venetië. Nederlandse zeevaarders smokkelden in dezelfde eeuw Coffea Arabica naar Java, waar de plant uitstekend gedijde. Koffie werd ook in Sri Lanka verbouwd en verspreidde zich snel over tropische gebieden. Nederlanders speelden een sleutelrol in de wereldwijde koffiehandel vanaf de 18e eeuw.

Amsterdam wordt vaak genoemd als het centrum van de koffiehandel, hoewel sommigen Londen deze eer toeschrijven. In 1715 kreeg de Franse koning Lodewijk XIV een koffieplant, waarna Frankrijk een grootafnemer werd. Gezien de rivaliteit tussen Frankrijk en Engeland in die tijd, lijkt Amsterdam het logischer centrum van deze handel.

Koffie bleef lang een luxeproduct, vooral geconsumeerd door de elite. Door kolonisten en missionarissen vond het zijn weg naar de rest van de wereld. Tegenwoordig is koffie, na olie, het tweede meest verhandelde product ter wereld en maken talloze koffiehuizen nog steeds deel uit van het dagelijkse leven wereldwijd.